Uit de Volkskrant van dinsdag 1 juli 2025

Nu de weerextremen toenemen en de zomers warmer lijken te worden, is de vraag: hoe houd je je tuin of balkon in leven zonder de sproeier te gebruiken?
 

Het gras kleurt geel, bloemen en planten verdorren en tegels gloeien in de hitte. Voor veel mensen is de verleiding groot om de tuinslang of gieter te pakken. Maar dat is niet altijd een goed idee. Drinkwater wordt schaarser. Waterschappen stellen daarom sproeiverboden in voor boeren en bedrijven. Voor particulieren geldt nog geen verplichting, maar het dringende advies is wel: wees zuinig met drinkwater.

'De extremen nemen toe', zegt Richard Immink, hoogleraar Plantkunde aan de Wageningen Universiteit. 'Niet de droogte is het probleem, maar de afwisseling. Van wekenlange regenval gaan we naar kurkdroge periodes. Dat maakt het lastig voor planten.'

In zijn onderzoek kijkt Immink hoe planten omgaan met droogtestress en welke soorten zich aanpassen. 'Sommige planten herstellen zich prima na een droge periode, terwijl andere het loodje leggen zodra de bodem uitdroogt. Als tuinier kun je daarop inspelen door planten te kiezen die tegen een stootje kunnen. Dat vraagt wat flexibiliteit, want je favoriete soort past misschien niet meer bij het huidige klimaat.'

Tuinontwerper Moniek de Bakker, auteur van Klimaatslim tuinieren (2024), probeert zonder sproeien te werken. 'Ik moet mezelf soms bedwingen om niet te sproeien, maar ik doe het niet. Alleen voor jonge aanplant maak ik een uitzondering, omdat die vaak nog niet zelfstandig genoeg is. Regenwater opslaan in tonnen of een infiltratiesysteem aanleggen helpt daarbij.' Mocht je toch sproeien, geef dan niet elke dag een beetje, waarschuwt De Bakker. 'Daarmee kweek je zwakke planten met oppervlakkige wortels. Die redden het niet als het lang droog blijft. Geef liever een paar keer per week veel water. Zo groeien de wortels dieper en worden de planten sterker.'

De basis van een droogtebestendige tuin ligt volgens milieukundige Iris Veltman, auteur van Tuinlogica (2023), in één principe: 'Plant zo veel mogelijk beplanting, van bomen tot bodembedekkers en alles daartussenin.' Bomen en planten vangen regenwater op met hun bladeren, waardoor de afvoer wordt vertraagd. 'Na een bui blijft een boom nog nadruppelen. Ook klimplanten, bodembedekkers en struiken dragen hieraan bij. Met bodembedekkers rond een struik, versterk je dit.'

Het gelaagde systeem biedt nog meer voordelen. Planten beschermen de bodem tegen zware regen, die anders de structuur beschadigt. In droge periodes verdampen ze vocht, wat de omgeving koeler houdt. 'Een dichtbegroeide tuin of balkon creëert een koeler microklimaat en maakt de plek aantrekkelijker voor insecten en vogels.'

De Bakker noemt nog een voordeel: 'Als je planten dicht op elkaar zet, ontstaat een natuurlijk zonnescherm. Dat beschermt niet alleen de planten zelf, maar ook de bodem tegen uitdroging. Wormen en andere bodemorganismen gedijen beter in een koele, vochtige grond.'

Behalve beplanting helpt ook een mulchlaag tegen het uitdrogen van de bodem door de zon, zoals stro, houtsnippers of een laagje gemaaid gras. Veltman: 'Je wilt geen zwarte plekken zien, net als in het bos.'

Sterke, vaste planten kunnen prima tegen een periode van droogte. Welke planten geschikt zijn, hangt sterk af van je grond. 'Heb je na regenbuien langdurig plassen, dan heb je zware klei of is er een hoge grondwaterstand,' zegt Veltman. 'Zakt het water direct weg, dan heb je zandgrond. Daar moet je je planten op afstemmen.'

Door slimme keuzes in beplanting te maken, hoef je in tijden van droogte niet naar een dorre vlakte te kijken. Dat merkte Veltman in 2018, toen het wekenlang niet regende. 'In mijn buurt stonden gazons en borders er dor bij. Maar mijn voortuin stond vol planten die van droogte houden en deed het beter dan ooit.'

Veltman zegt dat je een droogtebestendige én onderhoudsarme tuin creëert door je tuin te benaderen als een samenhangend ecosysteem. 'Dat begint met goed kijken naar wat er in de natuur om je heen groeit - in bermen, bosranden of op droge hellingen. Planten die daar zonder hulp overleven, zijn al aangepast aan het lokale klimaat, de bodem en de neerslagpatronen. Ze hebben geen constante bemesting of bewatering nodig, omdat ze precies op hun plek staan. Door die soorten in je tuin toe te passen, sluit je aan bij de natuurlijke omstandigheden in plaats van ertegenin te werken.'

Het resultaat is een tuin die zichzelf in stand houdt, zegt Veltman. 'Planten keren vanzelf terug, groeien dicht genoeg om onkruid te onderdrukken, beschermen elkaar tegen hitte en verdamping, en bieden voedsel en schuilplekken aan insecten en vogels. Dat scheelt water en werk - én levert een mooiere tuin op.'

Planten die goed tegen droogte kunnen

Planten die zich goed beschermen tegen de droogte hebben vaak een van deze 5 slimme kenmerken.

1 Behaarde of viltige bladeren Haartjes houden vocht vast en beschermen tegen hitte. Voorbeeld: kattenkruid - doet het goed op droge zandgrond met veel zon.

2 Dikke, vlezige bladeren Werken als waterreservoir. Voorbeeld: sedum, dat geschikt is voor goed doorlatende grond.

3 Smalle bladeren Deze verdampen minder water. Voorbeeld: lavendel - houdt van droge, kalkrijke grond en volle zon.

4 Diepe wortels Reiken tot vochtige lagen in de bodem. Voorbeeld: egelantier, die goed groeit op matig voedselrijke (klei)grond.

5 Compacte groeiwijze Beschermt tegen verdamping doordat bladeren elkaar bedekken. Voorbeeld: kruiptijm - houdt van droge, lichte zandgrond en veel zon.

Uit: Klimaatslim tuinieren van Moniek de Bakker.