We kregen via tuinder Dave foto’s opgestuurd, met de vraag wat hij in zijn tuin had zien rondlopen. Volgens mij was het een wezel. Ik heb daar wat over opgezocht.
Meer info via deze link: zoogdiersoorten Wezel de website van de zoogdierenvereniging.

Heb jij ook een bijzonder dier in je tuin gezien, laat het ons weten

Info over de wezel
De wezel (Mustela nivalis) is het kleinste roofdier van Europa en behoort tot de familie der marterachtigen. De wezel is een beschermde diersoort en een nuttig diertje. Een wezel lijkt wel wat op een slanke, lange, snelle muis die zich met golvende bewegingen met 30 cm verre sprongen verplaatst. De wezel is dagactief en afwisselend enkele uren actief en in rust. Wezels staan tijdens het foerageren vaak stil op hun achterpoten om hun omgeving te verkennen (‘kegelen’). Ze zijn soms jagend te zien. Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit woelmuizen (tot 85% van het menu). Daarnaast eten ze ook wel bosmuizen, ratten, mollen, vogeltjes, eieren, slakken, kikkers, insecten en jonge konijnen en haasjes, vooral als het aantal woelmuizen beperkt is. De wezel kan enkel een kippenei openbreken wanneer er al een deuk of barst in de schaal zit.

De voedselbehoefte is één à twee muizen per dag. Hij eet per dag 25 % van zijn eigen lichaamsgewicht. Soms bewaart de wezel zijn voedsel, bijvoorbeeld een dode muis of vogeltje, in een holte, om het later weer op te halen.

Latrines liggen vaak rondom schuurtjes of houtstapels. Wezels zijn nieuwsgierig en soms zelfs te lokken met piepgeluidjes en fluitjes. De vrouwtjes zijn een stuk kleiner dan de mannetjes. Ze zijn zelfs zó klein, dat ze muizen tot in hun gangenstelsels kunnen achtervolgen. Ze kunnen door een opening van slechts 28 mm doorsnee.

Grote bedreigingen voor wezels zijn aantasting van het leefgebied, het toenemende verkeer, intensivering van de landbouw en het gebrek aan schuilmogelijkheden. Ze hebben vooral te lijden onder de ‘opruimwoede’ van mensen, maar ook van het dichten van kieren en scheuren in schuurtjes en andere gebouwen. Door het laten liggen van takkenbossen, steenhopen en het ongemoeid laten van houtwallen, oeverhoekjes en dichte struikbegroeiingen langs akkers kunnen hun leefmogelijkheden sterk verbeterd worden. Het gebruik van muizen- en rattengif moet ontraden worden, omdat het eten van vergiftigde muizen dodelijk kan zijn voor wezel en hermelijn.

Met Vriendelijke groet,

Paul Philipsen