Overal op het tuinpark zijn de vogels alweer hun nesten aan het bouwen.
En alle vogelsoorten hebben zo hun eigen idee over wat de beste nestplek is.
Sommige vogels, zoals merels en lijsters, nestelen het liefst in een dichte
haag of struik, vaak maar zo'n anderhalve meter boven de grond. Andere
vogels gebruiken de nestkasten die overal op het tuinpark hangen.

De meest gangbare nestkastjes zijn die voor de koolmees en de pimpelmees.
De opvallende houtbeton kasten met witte voorkant zijn favoriet bij de mezen.
Die zijn dan ook op veel plekken op De Bretten opgehangen, want mezen
eten eikenprocessierupsen, en helpen ons dus bij de bestrijding van dit
plaagdier.



Koolmezen willen graag een invliegopening van 32 mm. doorsnede,
pimpelmezen vinden 28 mm. fijn. Als je zelf een mezenkast wil maken, kijk
dan eerst wat er al in de buurt hangt, want er moet zeker 10 meter afstand
zijn tussen kasten voor dezelfde soort. Bedenk dan voor welke soort er nog
plaats is, en pas de grootte van het invlieggat aan.

Mezenkastjes die je in winkels kan kopen, hebben vaak een zitstokje onder
het invlieggat. Mezen hebben dat niet nodig, die vliegen zo naar binnen. Maar
voor eksters is het erg handig, die gaan op het stokje zitten en halen met
gemak de eieren of kuikens uit het nest. Dus heb je een nestkast met een
zitstokje, zaag het dan af.



Roodborstjes maken hun nest in een simpel kistje met halfopen voorkant.
14 x 14 cm, 18 cm. hoog, is al groot genoeg. Zorg wel voor een dak met een
flinke overstek, zodat het niet inregent, en hang het kastje met de opening
naar het noordoosten. Ophangen op anderhalf tot twee meter hoogte is
genoeg voor de roodborst, maar hij wil wel dat zijn nest verborgen is achter
een struik. Zie je in je groenstrook een roodborstkast hangen, snoei dan
vooral niet de struik die voor de kast staat.

De winterkoning maakt ook gebruik van de roodborstkastjes. Hij weeft wel de
hele opening dicht met mos en takjes, op een klein gaatje na.
Ook de staartmees broedt in roodborstkastjes, omdat hij in een gewone
mezenkast zijn kont niet kan keren.



Boomkruipers zie je vaak in de buurt van de molen, en langs de buitensingel.
Zij broeden van nature in holtes in bomen. Als je een boomkruiperkast wil
ophangen, maak dan het gat achter aan de zijkant, dan loopt de boomkruiper
via de schors van de boom zo de nestkast in. Eigenlijk het liefst met wat beschutting van takken.

En voor alle vogels geldt: Niet snoeien in het broedseizoen,
van 15 maart t/m 15 juli.

Zelf een nestkast bouwen? kijk bij de vogelbescherming

Leuke klus voor de zomer, en als je de nestkast al in de herfst ophangt,
kunnen de vogels er alvast in overwinteren.